Deze zomer verdiep ik me in Hannah Arendt. En hoewel ik overweldigd ben door haar denken en hoe belangrijk en indrukwekkend het is waardoor ik er nauwelijks iets over durf te zeggen, deel ik toch mijn aantekeningen. Want Arendt is geweldig en wie weet heb je er iets aan. Maar: het zijn slechts aantekeningen, voor mezelf, eigenlijk niet geschreven voor publicatie. Dus verwijt me niet teveel. Feedback is uiteraard welkom, ik verander en leer graag.
Mijn startpunt:
- Boek: De menselijke conditie, Hannah Arendt
- Boek: Elementaire deeltjes 81 – Arendt, Dirk de Schutter en Remi Peeters
- Boek: De werelden van Hannah Arendt, Joop Berding
- Podcast: VRT Hannah Arendt over liefde en vrijheid
- Site: Hannah Arendt instituut
Nataliteit
Volgens Arendt komt met de geboorte van ieder mens een nieuw begin in de wereld. Iedere nieuwe mens is de start van verandering en is uitgerust met het vermogen om te beginnen en te vernieuwen. (Door te arbeiden, werken, handelen.) We zijn steeds weer in staat iets nieuws te starten.
Denkopdracht: hoe kan ik opnieuw beginnen bovenop iets dat er al is? Kan ik wel van invloed zijn? En -als het voelt als vechten met windmolens- waar haal ik de moed vandaan steeds weer te beginnen?
Arbeid, werk, handelen
Arendt onderscheidt 3 soorten activiteiten:
- Arbeid: is een noodzaak (levensonderhoud)
- Werk: heeft nut (in een kunstmatige omgeving, productie)
- Handelen: heeft/geeft zin (in de maatschappij, relaties tussen mensen)
Het handelen is risicovol:
- Geen garantie dat het zin heeft.
- Onmogelijk te programmeren.
- Onvoorspelbaar en broos.
‘Het handelen waarin in toon wie ik ben, is een risicovolle onderneming, waarvan de uitkomst zich tegen me kan keren. Hoeft het gezegd dat het moed vereist om dit risico te nemen?’ (Elementaire deeltjes 81, Arendt)
Consumeren ziet Arendt als arbeiden. De consumptiemaatschappij vervreemdt ons van het kunnen handelen. Het maakt ons passief en on-sociaal. (Looking at you marketeers.)
Mijn denkopdracht: hoe nodig ik uit tot handelen met mijn ethiek onderzoek? En hoe goed is mijn eigen handelen? Wat zijn de voorwaarden om te kunnen handelen?
Vrijheid
- Bevrijding, vrij zijn van: negatieve vrijheid
- Vrijheid, vrij te zijn om: positieve vrijheid
Vrijheid gaat niet over wat ik wil, maar over wat wij kunnen. Vrijheid is kunnen handelen. En dat handelen is zorgen voor de wereld: amor mundi.
Mijn denkopdracht: veel (commerciële) initiatieven doen of ze mensen vrijheid en autonomie geven, maar beperken eigenlijk de vrijheid door verslaving en beïnvloeding (Insta voor zelfexpressie!) en het creëren van onmacht (een app voor gezond eten, een Fitbit voor bewegen). Ze bevrijden ons van keuzes en zelf moeten denken en ontnemen ons daarmee positieve vrijheid. Ze doen ze alsof ze ons faciliteren in het handelen, maar laten ze ons in feite arbeiden. Zie ook Fahrenheit 451.
Macht
‘Het begrip macht heeft bij Arendt een positieve nadruk en is niet te verwarren met onze hiërarchische interpretatie van dat begrip. Macht zet in gang en maakt mogelijk. En zorgt dat we steeds weer opnieuw kunnen beginnen.’ (Aanvulling Marjelle van Hoorn)
Macht ontstaat als mensen zich verenigen. Power Springs up. En moet voortdurend onderhouden worden.
- Macht verenigt en inspireert
- (Heerschappij dwingt en verdeelt)
- Handelen = macht
- Beginnen = macht
Denkopdracht: hoe verhoudt dit denken zich tot teleurstellende politiek? (Zowel van overheid als bedrijven.)
Samen
Wat mensen kenmerkt is niet een eenduidig iets dat iedere mens heeft (taal, de rede, vermogen tot medelijden), maar juist de wereld(en) die ze met elkaar delen. Dit samen zijn kenmerkt de mens. (En de amor mundi die daar idealiter uit volgt.)
En dat samen zijn is geregeld in wetten en afspraken, waar de mensen vrij mee instemmen. Gehoorzaamheid door onderwerping is geen samenleven.
Zo bezien pleit Arendt ook voor burgerlijke ongehoorzaamheid (vrijheid van handelen), omdat mensen daarmee op een vriendelijke manier hun ongenoegen en ideeën over betere oplossingen kunnen delen. (Yey ER!) Waarbij een aantal dingen belangrijk zijn:
- de ongehoorzaamheid is openbaar, bedoeld om anderen te overtuigen,
- de ongehoorzame is niet (slechts) uit op eigen profijt
- en is niet anti-systeem.
De ongehoorzame pleit voor betere wetten en afspraken, en opereert daarmee binnen/uit liefde voor het systeem. Vrijheid van handelen lijkt daarmee op vrijheid van meningsuiting.
De ongehoorzame is niet bezig met heerschappij, maar met politiek bedrijven. Dat onderscheid is belangrijk: politiek en heerschappij horen niet bij elkaar. Heerschappij gaat over ik wil, politiek gaat over wij willen.
Pluraliteit
Mensen zijn heel verschillend van elkaar. Wat ze gemeen hebben is niet ons overeenkomstige innerlijk, maar de wereld die we met elkaar delen. Als we allemaal op zoek gaan naar ons eigen innerlijk of slechts ons eigen gelijk nastreven, keren we ons af van dat wat ons bindt: de liefde voor de wereld.
We moeten dus samenleven, waarbij we zien en begrijpen dat iedereen verschillend is. We moeten voorwaarden scheppen om de verschillen te kunnen laten bestaan.
Solidariteit
Medelijden is minder productief, want dat gaat over het ego van de medelijdende. (Medelijdenden hebben soms/vaak baat bij het probleem dat de zeggen op te willen lossen.) Solidariteit is wel productief, want dat gaat over daadwerkelijk verandering veroorzaken.
De Jonge generatie is niet belast met de erfzonde. De volwassenen schieten te kort, zijn niet solidair geweest naar de komende generaties. Volwassenen hebben een belangrijke rol, zowel in het opruimen van hun rotzooi als in het opvoeden en verwelkomen van de jongeren en nieuwen: ‘In de opvoeding wordt beslist of wij genoeg van de wereld houden om er verantwoordelijkheid voor op te nemen en haar te redden van de ondergang die, zonder de komst van de nieuwen en de jongeren, onvermijdelijk zou zijn.‘ (Tussen verleden en toekomst)
Denkopdracht: hulp is vaak (onbedoeld) neerbuigend. Denken over mensen als doelgroep ook. Er ontstaat een ongewenste hiërarchie. Beter is over elkaar te denken als partners, met expertise, waarde en waardigheid.
Prive, publiek, sociaal
Mensen verkeren in hun leven in 3 sferen.
- De privésfeer is exclusief. We kiezen onze eigen partners en hebben in ons huis eigen regels.
- De publieke sfeer gaat over politieke gelijkheid. We zijn verschillend, maar voor de wet gelijk. De wet beschermt ons.
- De sociale sfeer gaat over onze eigen groep. En over de verschillen tussen groepen. De groep vraagt conformiteit: zo doen we dat hier. Soort zoekt soort. Bij de sociale sfeer hoort discriminatie.
Denkopdracht: de politieke discussie lijkt vaak de sociale sfeer de boventoon te voeren. Stad vs platteland, hoog opgeleid vs laag opgeleid, Werkgevers vs werknemers, etc. Hoe vinden we/ veroorzaken we in verkiezingstijd het zuivere politieke debat, waarbij het gaat over samenleven en niet over verschillen?
Durf te denken
Net als onze bezigheden, verdeelt Arendt ook het denken in drie soorten. de indeling lijkt op die van activiteiten:
doen | denken | kenmerk | |
1 | arbeiden | hersengymnastiek | noodzaak, houdt ons in leven |
2 | werken | probleem oplossend denken | nuttig, lost problemen op |
3 | handelen | bezinnend denken: je afvragen wat voorvallen en ervaringen betekenen | vrij, onzeker, onvoorspelbaar |
Zowel het handelen (in het actieve leven) als het bezinnende denken (in het leven van de geest) zijn activiteiten die rusten in hun doel: ze zijn geen middel voor iets anders.
Arendt ziet het bezinnend denken niet als het exclusieve domein van specialisten of beroepsfilosofen, maar juist als iets dat iedereen kan en doet. Iedereen kan denken. Het denken heeft geen bijzondere scholing nodig, maar is de gewoonte je dingen af te vragen. Het is de manier om de wereld te zien en te begrijpen en je in de wereld thuis te voelen. Het vrije denken is nooit klaar: je doet het voortdurend, en het is zonder zekere uitkomst of conclusie.
Het denken is heel belangrijk: wie nooit nadenkt, heeft geen geweten. En wie geen geweten heeft, kan nooit oordelen. Arendt ziet een samenhang tussen gedachteloosheid en gewetenloosheid.
- Het denken zorgt voor het ontwikkelen van een geweten. Je gaat gaat als het ware met jezelf in gesprek. Socrates schetste dit mooi: hij gebruikt het beeld van de ongure kerel die thuis op je wacht en allerlei lastige vragen stelt. Degene die denkt, zoekt de antwoorden op die lastige vragen. Die is met zichzelf in het reine.
- Ook zorgt het denken voor het vermogen te oordelen. Als je goed over iets nadenkt, verschillende ideeën overdenkt en onderzoekt, veeg je als het ware je geest schoon. Het sorteert je gedachtes. En daardoor ben je in staat te oordelen.
over feiten en fakenews
Het is belangrijk in het denken en samenleven de waarheid altijd als basis te nemen. Alleen als de feiten helder zijn kan er een goede discussie plaatsvinden. ‘Respect voor de waarheid is de mentale grond waarop we staan en het vertrekpunt van al ons handelen.’ (Elementaire deeltjes #81, Arendt)
Complot-theoriën en alternatieve waarheden hebben niets te maken met het vrijheid van meningsuiting. Alleen zuivere rationele waarheden mogen een rol spelen in het debat. Alternatieve waarheden verzieken de samenleving. Ze brengen schade toe.
Denkopdracht: het handelen en bezinnend denken gaan bij mij vaak samen. Het een voedt het ander. Of: het één schept gelegenheid voor het ander. Mijn lievelings bezinnend denken gebeurt onverwacht. Dat een gedachte of inzicht in een systeem of oplossing me echt overvalt. Vaak gebeurt dat als ik al langere tijd met iets bezig ben, maar geen helder beeld kan krijgen. En pas als ik het dan loslaat ontstaat de ruimte voor de nieuwe gedachte die ik zocht. Valt dat onder bezinnend denken? Of wordt het vrij denken daarmee teveel nuttig?