Je kent hem wel: de kauw. Een mooie kleine kraaiachtige vogel met een fel blauw-groen oog. Een drukke, sociale vogel ook; altijd bezig. Altijd in gesprek in een eigen complexe taal. De kauw is -als alle kraaien- slim en leert makkelijk. En ook al lijken ze qua uiterlijk op elkaar, ze hebben allemaal een heel eigen persoonlijkheid.
De dieren hebben complexe relaties met elkaar en blijven als koppel hun hele leven samen. Partners helpen elkaar. Jonge kauwen leren van ouderen in de groep welk gedrag wel en niet slim is: it takes a village to raise a child.
In een groep kauwen bestaat een rangorde, die is heel stabiel. De dieren bevechten elkaar niet om rang, maar hebben alleen schermutselingen onderling. Als een conflict uit de hand loopt grijpt een kauw uit een hogere rang in, hij beschermt dan de zwakkere in het conflict.
Kauwen passen zich slim aan aan hun omgeving: ze eten wat voorhanden is en nestelen daar waar een nest in past. Zo kunnen ze overal wonen.
Wat met die kauw?
Ik hou van kauwtjes. Sociaal, slim, maar soms ook op plekken waar je ze niet wil, en makkelijk te verleiden tot ongewenst gedrag. Het zijn net mensen. Daarom de kauw. In dit onderzoek de metafoor voor de mens.
- Hoe zijn we als groep te beïnvloeden, en hoe gedragen we ons daarin als individu? Wat doen we met orders van ‘hogerhand’?
- En beschermt hogerhand wel de zwakkeren in een conflict?
- En waar passen we, waar horen we, en waar blijven we beter weg? Moet alles maar wijken voor ons als luide groep?
Ik hou van mensen. Sociaal, slim, maar soms ook op plekken waar je ze niet wil, en makkelijk te verleiden tot ongewenst gedrag.
Hoe we ontspannen onszelf kunnen zijn, hoe we liefdevol luisteren naar de zachte stemmen, en hoe wel hogerhand ook als hoger doel zien; daarover gaat mijn onderzoek.