Dit is de tweede tussenstand van mijn onderzoek naar ethiek en/in design. Na anderhalf jaar weet ik eindelijk iets meer over Wat Het Goede is, daarover gaat deze blog. Voor dit deel van mijn onderzoek kreeg ik een subsidie van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie.
Wat ging hier aan vooraf:
- De eerste tussenstand: Ontwerper, wees geen printer, wees een veranderaar.
- De podcast waarin Vasilis en ik gasten ontvangen en praten over ethiek.
- De oorsprong van mijn onderzoek.
Het Hoe
De discussie over het Goede in het vak van de ontwerper kent een lange traditie. Er zijn veel mensen die voor zich zien hoe het beter kan en wat de ontwerper anders moet doen. Stuk voor stuk zeggen ze fantastische dingen: ze leggen uit waarom het nu nog niet goed is, en hoe het goed kan worden. Ik noem er een paar.
Vrij naar Victor Papanek (Design for the Real World):
- Alles is design
- Iedereen is een designer
- Het is jouw keuze en verantwoordelijkheid daar goed mee om te gaan
Tristan Harris (voormalig Google) die vanuit zijn Center for Humane Technology de wereld verandert:
Mike Montero die een Designers Code of Ethics publiceerde:
- A designer is first and foremost a human being
- A designer is responsible for the work they put into the world.
- A designer values impact over form.
- A designer owes the people who hire them not just their labor, but their counsel.
- A designer welcomes criticism.
- A designer strives to know their audience.
- A designer does not believe in edge cases.
- A designer is part of a professional community.
- A designer welcomes a diverse and competitive field.
- A designer takes time for self-reflection.
Wat opvalt is dat de verandering (grotendeels) op systeem-niveau moet plaatsvinden en/of veel vraagt van de ontwerper. Van de focus op business naar de focus op de maatschappij. En enorm reflecteren op je eigen werk en positie. Inspirerend, maar ook veeleisend.
Wat ook opvalt: de mensen die deze wijze dingen zeggen, zijn vaker de pratende mensen en niet (meer) de makende mensen. Erover denken lijkt een ander vak dan zelf op korte termijn, in de praktijk dingen veranderen.
Maar hoe?
Hoe goed die lijstjes ook zijn, ik kon er concreet niet voldoende mee. Ik vroeg me af waarom het me niet hielp (en of ik de enige was). Want dat ze inspirerend zijn, lijdt geen twijfel. Ik wil dolgraag alles wat erop staat.
Misschien had het te maken met gewenste verandering versus de alledaagse praktijk. Die brug is niet makkelijk te maken als je beperkte invloed hebt. (I am happy to even HAVE a job!’ zei een Italiaanse ontwerper ooit tegen me. En: ‘It’s not really my position to be too critical.’)
Of misschien is het de taal. Het gesprek over ethiek is een intellectueel gesprek, en -dat kwam uit mijn eerdere onderzoek naar voren- dat zorgt ervoor dat het voor veel mensen als een ivoren toren onderwerp voelt.
Op zoek naar Het Goede: uit de ivoren toren
Met een vaste set van 10 vragen ging ik met mensen in gesprek over Het Goede. Want aangezien de meeste mensen deugen zonder een ethiek-studie te hebben afgerond, lijkt het dat we het goede ook zonder de theorie behoorlijk goed aanleren.
In die gesprekken gaat het over opvoeding, religie of een belangrijke ervaring. Over school, die ene leraar of coach van een sportclub. Over die bijzondere tante, of juist over dat hele slechte voorbeeld. De verhalen die ik hoor zijn persoonlijk. En ze zijn voor de mensen die ik spreek belangrijk en voor iedereen anders.
En die vormende ervaringen neemt iedereen zonder uitzondering mee in zijn, haar of hun professionele leven. Maar daar lijkt er niet zomaar plek voor te zijn.
Impliciete kennis en expliciete kennis
We zijn in de professionele wereld gewend verstandig te denken en handelen: aan onze keuzes ligt kennis te grondslag. Theorie die helpt onze keuzes te onderbouwen en verdedigen. Deze expliciete kennis is vaak feitenkennis: opgedaan uit boeken, overdraagbaar in schema’s en documenten.
Uit De school als werkplaats (Naaijkens, Bootma, 2022): Impliciete kennis is geïnternaliseerd kennis die moeilijker over te dragen is, omdat ze zo vanzelfsprekend is dat we ons er vaak niet van bewust zijn dat we over deze kennis beschikken. Vormen van onbewuste kennis zijn bijvoorbeeld ervaringen, handelingen, intuïtie en routines. Deze kennis kunnen we niet verwoorden, toelichten of beschrijven: we weten meer dan we kunnen vertellen.
Op het gebied van het Goede is de impliciete kennis een belangrijke raadgever. Maar ‘Het voelt niet goed’ is zonder verdere uitleg een onhandig argument om in een team een beslissing op te baseren. Toch moet het daar wel over gaan. Zo’n gevoel is belangrijk.
Want wat ik leerde uit mijn gesprekken over wat Het Goede is, is dat het antwoord niet bestaat.
En dat verklaart misschien ook het ongemak dat ik voel naar de lijsten en regels die ik eerder noemde. Ze zijn het antwoord van de auteurs, maar niet perse mijn antwoord. Het Antwoord bestaat niet, maar Jouw Antwoord wel.
Denkwijzen vergelijken
Cennydd Bowles schreef een mooi boek over ethiek: Future Ethics.
Hij maakt het denken heel praktisch: hij suggereert dat we vragen moeten stellen, waarin we gebruik maken van de belangrijke ethische denkwijzen. Door alle theorieën toe te passen op jouw vraag, krijg je meer inzicht. Hij vindt dat je het denken van anderen moet gebruiken om jouw eigen denken te begrijpen en te toetsen.
Ik maakte -geïnspireerd door Bowles- een ultra korte samenvatting:
Door nadrukkelijk het denken van anderen een plek te geven, vind je jouw eigen antwoord. En dat leert ons iets over hoe we in teams met het denken over Het Goede om kunnen gaan.
- We verkennen met elkaar het probleem, aan de hand van explicite kennis (a la Bowles).
- En we verkennen het probleem door onze impliciete kennis ruimte te geven. Door de verschillen tussen teamleden op te zoeken en te begrijpen. ‘Het voelt niet goed’ is een dan ineens hele fijne start van een gesprek.
Blijven onderzoeken
Om dichter bij het antwoord op Wat is Het Goede te komen, zullen we moeten blijven zoeken. Het Antwoord bestaat immers niet: afhankelijk van team en situatie zal het antwoord steeds anders zijn.
En de rol van impliciete kennis is daarin wat mij betreft cruciaal. Je kunt wat je diep van binnen voelt niet wegstoppen achter een corporate rol. Het is een belangrijk deel van wat jou tot jou maakt. Je ben een professional, zeker. Maar vooral ook een mens.
En dit is een hoopvolle aanwijzing richting de toekomst. Filosoof Miriam Rasch pleit in haar geweldige boek Frictie voor het bewust veroorzaken van ruis: door niet vangbaar te zijn in een systeem (data), behouden we onze menselijkheid. Het is dus niet alleen fijn om zo te denken, het is zelfs essentieel!
Laten we ons werk dan ook persoonlijk maken. Een gevoel van ongemak is dan ineens waardevolle informatie. Intuïtie is een prima raadgever. En de verschillen tussen mensen zullen de discussie verrijken en verdiepen. Zo worden we samen slimmer, en raken we meer verbonden.
We gaan eenvoudig bij elkaar zitten en praten over wat Het Goede voor ons persoonlijk is, als onderdeel van onze professionele ontwikkeling. En met de verschillen helder voor ogen, pakken we onze werk-uitdagingen aan. En kunnen we dan alles veranderen? Nee natuurlijk niet. Niet meteen. We doen wat we kunnen:
Als we ons als mensen meer kunnen uitspreken wordt de verandering die we willen een gedeeld belang, in plaats van alleen een lijst of theorie.
Dat is pas een systeemverandering!
Het lijstje voor de ontwerper
En als we dan naar die lijstjes uit het begin kijken, wat zou dan het juiste lijstje kunnen zijn?
- Ontwerper word je door:
- Je talent te ontwikkelen door vaardigheden te leren en kennis op te doen …
- … en te zoeken naar jouw ethisch kader.
- Ontwerper ben je als:
- Je kunt waarnemen, je kun begrijpen wat je ziet, en iets kunt maken om de situatie te verbeteren …
- … waarbij je jouw ethisch kader helder voor ogen hebt.
Goed Maken
Voor het onderzoeksproject Goed Maken kreeg ik een subsidie van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie.
Een van de onderzoekslijnen is de zoektocht naar het Goede. Wil je uitvinden wat voor jou of jouw team Het Goede is? Stuur me een bericht: astrid@goedmaken.org.